Mijn kleine fout dat Br. Vranus zo pas in 1896 op het instituut ( niet in 1998 ) in 40 jaar was werkzaam i 1936
Rene' van der Veen.
Rene' van der Veen
11 jaar geleden
Ter Gedachtenis de schoenmakerij op het oud en nieuw Instituut voor Doven in Nieuw-Herlaer en St Michielsgestel.
Zie de foto van dit jaar in 1998 de schoenmakerij op het oud Instituut voor Doofstommen die het begonnen wel zeer waarschijnelijk in dit jaar 1876 waaronder de totaal 139 leerlingen op het Instituut. Omdat dit boek uit het vroeger in 1840 - 1909 niet geheel alles in de boek heeft geschreven.
Dat vond ik wel jammer, want voor mij zeer erg belangstelling van het vroeger, hoe op het oud instituut de jongens in de schoenmakerij door de Broeders F. C. I. hebben opgeleid., Maar de verslag in 1860 heeft in de boek geschreven , dat het verbouwing van de nieuwe slaapzaal voor jongens, en drukkerij en schoenmakerij kregen de onderdak en de kleermakerij schoof door daar een grote ruimte, dat de geschikte jongens konden nu een ambacht leren.
Daar de jongens in de schoenmakerij werkten alleen maar voor de schoenlappersdat werden opgeleid onder de praktijk met zonder theorie.. Daar waren zeer heel streng met de afgestraft voor de jongens, dat hun schoenen de gat zolen en kregen ze de straf van het slaan met de aluminium staafje door Br. Vranus.
De bewerkingen van de schoenlappers waren zeer slecht dat de kapotte zool met een kleine leder op het midden van de schoen werd gemaakt.. Pas over 12 jaar werden de schoenmakerij naar het nieuwe instituut waar bij de jongensafdeling geplaatst zie de foto in 1933 met 2 Broeders Vranus en Rupertus. Naderhand in het voorjaar 1936 werd Br. Vranus overgeplaatst en kwam Br. Theocritus.in de schoenmakerij dat was het begonnen naar de verlossing van de strengheid in de schoenmakerij zie de foto 1938. En een jaar later in het eind jaar 1937 kwam Br. Epolonius in de schoenmakerij. Dat ging alles goed en rustig in het werkplaats.
Toen Br. Theocritus en Br. Epolonius allebeiden de goede ervaringen voor de jongens hebben opgeleid met het inverband van de praktijk en theorie.
De leerling schoenmaker de voorbereidt van zijn het nieuwe werk met zijn 2 handen van het maken de nieuwe schoen van het begin de neus van de schoen naar het achterhak. Dankzij de uitvinder van de schoenmaker Barthelemy Thimonnier uit Frankrijk in 1830 dat in de schoenmakerij erg vaak werden gebruikt voor de vastbinden van de stiknaaimachine .
In de oorlogtijd 1943 op het instituut de jongens droegen de klompen dat de reparatie voor de schoenen waren op het instituut schaars dat de rubber was verboden van het ingebruik van maken voor de reparatie schoenen.
Toch hielden helemaal niet vol dat de jongens de klompen hebben gedragen die maakten ze verschrikkelijk lawaai dat de Broeders kunnen het helemaal niet verdragen, dus verdween de alle klompen en weer terug de schoenen werden gedragen. Maar was zeer zuinig van de reparatie dat de oude of ongebruikelijk schoenen de zolen en haken werden er uitgehaald die het gebruikt voor de repratie.
In de enkele jaren de schoenmakers- leerlingen behaalden de getuigenschrift en leerlingdiploma.
In 1942 kwam Br. Hubrecht in de schoenmakerij deed hij ook de les aan de jongens. En rond in 1950 kwam het laatste Br. Gulielmo op het instituut als de schoenmaker-leraar. Toen Br. Theocritus zo geheel onverwachts van het instituut werd overgeplaatst en de schoenmakers- leerlingen hadder erg veel verdriet dat ze hem erg veel missen. Nog later op het instituut veranderd van het ambachten die werd de nieuwe Lager Techinse School St Jozef opgericht in 1947. Maar wel bleef de schoenmakerij zolang tot de langzaam afbrokkelt dat de jongens mochten zijn het beroep kiezen, dan verdween de schoenmakerij.
Foto nr 1" Br. Vranus kwam in 1986 op het oude instituut als het hoofd van de schoenmakerij in 40 jaar lang heeft hij de schoenmakers-leerlingen opgeleid en gewerkt. Hij verlaat in het voorjaar 1936 van het instituut naar de Broederhuis in Maastricht.
Foto. Nr 2. Br. Rupertus kwam in 1933 op het instituut als de schoenmaker tot hij met de pensioen ging en overleed hij op het instituut en rust op IVD kerkhof.
Foto nr 3. Br. Theocritus kwam in 1936 op het instituut als het hoofd van de schoenmakerij zolang tot in rond 1950 overplaatst hij naar de Broederhuis in Maastricht. Daarna de enige jaren weer terug op het instituut als de groepsleider van de jongens. Hij overleed op het instituut en rust op IVD kerkhof.
Foto nr 4. Br, Epolonius kwam in het eindjaar 1937 op het instituut dat hij een paar dagen geleden was geprofest.
Hij was zeer buitengewoon als de schoenmaker-leraar voor de jongens.
Hij was het laatste broeder in de schoenmakerij zolang tot het verdween. Hij verliet in 1987 van het instituut naar Waalwijk en Maastricht. Aldaar overleed hij en werd begraven op het Kerkhof aan de Anjoulaan Maastricht.
Foto nr 5. Met zonder gezicht dat ik geen foto van hem in mijn handen. Br. Hubrecht kwam in de oorlogtijd 1942 op het instituut als de schoenmaker-leraar, tot na de bevrijding van de Duitsers bezetting ging hij naar het verre land in Malawai
Foto nr 6. Met zonder gezicht dat ik ook geen foto van hem in mijn handen., Br.Gulielmo kwam in rond 1950 op het instituut die hij was de opvolger van Br. Theocritus. Eerder was hij van het instituut verlaten, trad hij de broederschap af
Rene' van der Veen.
Rene' van der Veen
11 jaar geleden
Het gekleurde foto in 1898 de schoenmakerij dat daar werkten de 4 schoenmakers met het verschillende ,aterialen, leder, rubber, die verwerken met de reparatie aan voor de iedere schoenen, tassen, riemen, laarzen,
Nu in het geheel Nederland bestaat de schoenmakerij nog en vooral in elke de steden in de centrum zag de schoenmaker dat iemand de voorbij loopt en wordt geholpen met klaar gemaakte zolen en haken dat in het binnen paar uur alles klaar.
Ter Gedachtenis van de schoenmakers dat ze in overal in de wereld in het lange jaren hebben gewerkt van het eeuwen jaren de ouderwets naar de modern, evenals ook op het Instituut voor Doven St Michielsgestel hebben de dove schoemakers gewerkt.
Er komt het verhaal van het jaren zie de foto VOORBEELD VAN DE EERSTE SCHOEN.
Als 15000 jaren van Christus werden schoenen gedragen. Dit was voornamelijk om de voeten te beschermen tegen de koude. Deschoenen werden in deze tijd van hiiden gemaakt van dieren " Huid van een rund gebruikt als bovenleder " die werden gebruikt om zich te voeden. Men maakte door middel van een vet en vuurstenen de huiden glad waardoor ze soepel werden en gemakkelijk zijn om rond de voeten te wikkelen. Deze werden dan samen gehouden dan middel van een touw rond de lap leer te houden.
Zie de foto DE SIMPELE SANDALEN VAN PAPYRUS.
Tot c.a. 1500 voor Christus eas het heel normaal om op je blote voeten te lopen. Schoenen werden eerder een status symbool door de rijken. Deze hadden schoenen en sandalen van zachte leer versierd met goud en mooie fluwelen. In deze tijd had je zelfs al verschillende kleuren leer, zoals paars, groen of purper voor de kinderen had je ook rode en groene kleuren. Na een langere perioden begonnen ook de gewone werkmensen sandalen te dragen. Deze waren uiteraard niet zo mooi versierd als bij de rijke mensen, werklieden daar in tegen droegen echte schoenen die de voeten volledig bedekken.
Priesters droegen schoenen van papyrusvellen . Zij mochten geen leer dragen, omdat jet onrein was om dierenhuid te dragen.
In de klassieke oudheid droeg iedereen sandalen zowel rijk als arm. Bij de rojke mensen werden dikwijls de links en de rechts schoenen verschillend gemaakt. Vrouwendroegen toen hoger sandalen met een kurkzool om slanker en groter te lijken. Wat wij nu tegenwoordig als de wedge kennen.
1. Voorveeld van de eerste schoen.
2. De simpele sandalen van Papyrus.
3. De simpele sandalen.
4. De koemuiltjes.
Zie de foto de Koemuiltjes,
Vanaf in 17 de eeuw veranderde de schoen compleet. Dankzij de zonnekoning Lodewijk XIV schoenen werden bezet met gespen, rozetten, strikken en juwelen. Er waren schoenen van zijden of satijn die vaak prachtig geborduurd waren of beet waren met prachtig juwelen. Sommige schoen waren ze duur dat gewonnen mensen een volledige jaarloon zouden moeten betalen, om deze schoenen te kunnen kopen.
In de 17 de eeuw werden ook veel laarzen gedragen, het waren stoere exemplaren met een brede leren en kap en sporen gemaakt van stevigt leer, maar er heel verfijnd uit en waren gemaakt van zachte leer. Heren droegen er een soort kous in die met kant was afgezet.
Wanneer je een schoenmakers schoenlappers denkt, ga je onbeheerst ook aan klompmakers denken, beide beroepen hebben veel met elkaar gemeen.
Schoenmakers waren er al in de Roemeinse tijd . De Roemeinen lopen voornamelijk op sandalen gemaakt van dietenhuid. Huiden van dieten werden met vuursteen krabbers schoongemaakt en met oker ingewreven, zodat de huid soepel bleef van deze huidenwerden niet alleen schoen gemaakt, ook kleten. In die tijd kon je had kieen welke schoen je graag wilde, iedereeen bond met een riempje een lapje leer rond zijn voeten en dat was dan de nieuwe schoen. Deze schoenen gingen nielt lang mee, omdat het leer niet geheel gelooid was, dat kende men toen nog niet, later begonnen de Roemeinen met het maken van houten schoeisel een houten zool met een leren riem erom heen. De zool werd geleidelijk uitgebreid en zo ontstond de klomp . Door steeds beter bewerkings-technieken kon men in het begin van de middeleeuwen de klomp maken, zoals die er uitziet, vooral in grote steden van Eiropa gingen arbeiders en boeren de klompen lopen. Pas in de 9de eeuw kon er echt van schoenen worden gesproken. de Franse puntschoenen ook wel snavels hoenen genoemd, kwamen daarna in de mode. Graaf Falco van Anjou was er in 1089 de uitvinder van, in dit jaar 1150 werden de puntschoenen ook in Duitsland bekend en ging men daar deze schoenen maken. De duitsers maakten de punt van de schoen sel erg lang, soms wel 60 centimeter, om op straat niet op de tenen of punten te worden getrapt. Werden de krullen met gouden of zilveren kettingen opgehouden en aan de onderbeen vastgemaakt. Deze schoenen werden alleen door ijke mensen gedragen, omdat de puntschoenen de punt alsmaar langer werd en de sierraden kostbaarder, stelde de overheid later paalmen perk aan. In 1350 kwam er in Duitse steden de politie vorderenring. Geen burger zal punten schoenen dragen, wie men daarmee vindt zulken de punten afgesneden worden en zij krijgen een boete van vijf Grosschen. Rijke vrouwen droegen van brokaat of satijn .
Brokaat is een satijn weefsel waarin goud of zilver draad mee is geweven. In huis dragen vrouwen muiltjes van zijdebof fluwel.
Tot het volgende keer Ter Gedachtenis de schoenmakers in de schoenmakerij op het oud en nieuw Instituut voor Doven.
Rene' van der Veen.
Rene' van der Veen.
11 jaar geleden
Het gast over de gescheidenis van de schoenmakers, dat ik van de boek heb gelezen over hoe het onstaan van de schoenmakerij in eeuw geleden in de wereld en Nederland op het oud Instituut voor Doofstommen in Nieuw-Herlaer en werd overgegaan op het nieuwe Instituut voor Doven in St Michielsgestel.
Ik schrijf hier over van het begin de Gescheidenis van de Schoen. ( van de oudheid tot nu )
Voor Christus 8000 voor Christus In Missouri zij bewijzen gevonden aan het eerste bestaan van de schoen.
3300 voor Christus In de Franse Alphen sterft de Ijsmens uit en laat een paar primitieve schoenen achter gevuld met gras, later gevonden door archeologen.
3000 voor Christus Op de temelmuren schilderen de Eyptenaren de afbeeldingen van schoenen en schoenmakers.
Na Christus 100 na Christus Griekse slaven werden onderbescheiden van normale burgers doordat ze op blote voeten moeten lopen.
200 na Christus Aureluis de Roemeinse Keizer, zegt dat alleen hij en zijn opvolgers rode sandalen mogen dragen.
1400 na Christus Ridders meten zijn schoenen aan met lange tenen: crackows De tenen konden we 60 centimeter worden langer.
1500 na Christus In 1580 vindt Leonardo de Vinci de hoge hak uit. Niet veel later had hij de plateauschoenen uit. Die hoge schoenen, Chepines genoemd worden een rage in zuid Europa. Ze lopen daar op schoenen met zolen tot 75 centimeter hoog!
1600 na Christus De schoenverters onstaan. In het midden van deze eeuw star Lodewijk xiv een hele nieuw lijn op plateau schoenen.
1700 na Christus Aan het eind van deze eeuw verscheen de eerste schoenfabriek, waaronder werknemers zich kunnen concentreren op een specifieke taak in plaats van het maken van de hele schoen.
1800 na Christus Populair zijn de Griekse sandalen en de platte schoenen. In 1834 werden de eerste gymschoenen ontwikkeld ( door de komst van de naaimachine )
1900 - 1910 Mannen en Vrouwen droegen regelmatig schoenen die minstens een maal te klein waren, Sommige vrouwen lieten zelfs hun kleine teen weghalen om smallere voeten te krijgen.
1910 - 1920 De schoenen werden meer exotisch en kleurrijk. Na de eerste wereldoorlog wilden ze praktische schoenen, laarzen van kant kwamen weer in de mode, maar schoenen werden schaars. Converse Alf Stars begon met schoenen produceren,
1920 - 1930 Door de ontwikkeling van betaalbare syntetische stoffen kon iedereen mooie schoenen dragen. Er kwam een massa productie. Rond deze tijd kwamen pumps in de mode.
1930 - 1940 De eerste plateau schoenen kwamen in de jaren 30. De schoenen waren gemaakt van hout, kurk en andere materialen. Dat kwam doordat leer schaars was en rubber verboden was ( door de oorlog ) Sandalen waren erg populair rond deze tijd. Mannen droegen meer instapschoenen en minder laarzen. Vrouwen gingen meer schoenen met lage hakken. De schoen waren er in alle kleuren.
1940 - 1950 Ontwerpers waren erg creatief met materialen Vooral de reptielenhuid en netten waren heel succesvol.
1950 - 1960 In 1951 vind Charles Jourden een nieuwe stijl schoenen uit, de stiletto hak. Eerder waren de lompe schoenen in. In die tijd gingen ze de smalst mogelijk hak ontwerpen de pump was de basis schoen. Het modebeeld werden de sandalen, balletschoenen en andere casual schoenen.
1960 - 1970 de jeugd wilde geen laarzen, sandalen en schoenen. De ontwerper zetten het wel in de markt. De regenboogkleurige plateau was erg in de mode. Door het nummer nan Nancy Sinatra These.
Volgende keer verder over het verhaal van de eerste schoen.
Rene' van der Veen.
Reactie plaatsen
Reacties
Mijn kleine fout dat Br. Vranus zo pas in 1896 op het instituut ( niet in 1998 ) in 40 jaar was werkzaam i 1936
Rene' van der Veen.
Ter Gedachtenis de schoenmakerij op het oud en nieuw Instituut voor Doven in Nieuw-Herlaer en St Michielsgestel.
Zie de foto van dit jaar in 1998 de schoenmakerij op het oud Instituut voor Doofstommen die het begonnen wel zeer waarschijnelijk in dit jaar 1876 waaronder de totaal 139 leerlingen op het Instituut. Omdat dit boek uit het vroeger in 1840 - 1909 niet geheel alles in de boek heeft geschreven.
Dat vond ik wel jammer, want voor mij zeer erg belangstelling van het vroeger, hoe op het oud instituut de jongens in de schoenmakerij door de Broeders F. C. I. hebben opgeleid., Maar de verslag in 1860 heeft in de boek geschreven , dat het verbouwing van de nieuwe slaapzaal voor jongens, en drukkerij en schoenmakerij kregen de onderdak en de kleermakerij schoof door daar een grote ruimte, dat de geschikte jongens konden nu een ambacht leren.
Daar de jongens in de schoenmakerij werkten alleen maar voor de schoenlappersdat werden opgeleid onder de praktijk met zonder theorie.. Daar waren zeer heel streng met de afgestraft voor de jongens, dat hun schoenen de gat zolen en kregen ze de straf van het slaan met de aluminium staafje door Br. Vranus.
De bewerkingen van de schoenlappers waren zeer slecht dat de kapotte zool met een kleine leder op het midden van de schoen werd gemaakt.. Pas over 12 jaar werden de schoenmakerij naar het nieuwe instituut waar bij de jongensafdeling geplaatst zie de foto in 1933 met 2 Broeders Vranus en Rupertus. Naderhand in het voorjaar 1936 werd Br. Vranus overgeplaatst en kwam Br. Theocritus.in de schoenmakerij dat was het begonnen naar de verlossing van de strengheid in de schoenmakerij zie de foto 1938. En een jaar later in het eind jaar 1937 kwam Br. Epolonius in de schoenmakerij. Dat ging alles goed en rustig in het werkplaats.
Toen Br. Theocritus en Br. Epolonius allebeiden de goede ervaringen voor de jongens hebben opgeleid met het inverband van de praktijk en theorie.
De leerling schoenmaker de voorbereidt van zijn het nieuwe werk met zijn 2 handen van het maken de nieuwe schoen van het begin de neus van de schoen naar het achterhak. Dankzij de uitvinder van de schoenmaker Barthelemy Thimonnier uit Frankrijk in 1830 dat in de schoenmakerij erg vaak werden gebruikt voor de vastbinden van de stiknaaimachine .
In de oorlogtijd 1943 op het instituut de jongens droegen de klompen dat de reparatie voor de schoenen waren op het instituut schaars dat de rubber was verboden van het ingebruik van maken voor de reparatie schoenen.
Toch hielden helemaal niet vol dat de jongens de klompen hebben gedragen die maakten ze verschrikkelijk lawaai dat de Broeders kunnen het helemaal niet verdragen, dus verdween de alle klompen en weer terug de schoenen werden gedragen. Maar was zeer zuinig van de reparatie dat de oude of ongebruikelijk schoenen de zolen en haken werden er uitgehaald die het gebruikt voor de repratie.
In de enkele jaren de schoenmakers- leerlingen behaalden de getuigenschrift en leerlingdiploma.
In 1942 kwam Br. Hubrecht in de schoenmakerij deed hij ook de les aan de jongens. En rond in 1950 kwam het laatste Br. Gulielmo op het instituut als de schoenmaker-leraar. Toen Br. Theocritus zo geheel onverwachts van het instituut werd overgeplaatst en de schoenmakers- leerlingen hadder erg veel verdriet dat ze hem erg veel missen. Nog later op het instituut veranderd van het ambachten die werd de nieuwe Lager Techinse School St Jozef opgericht in 1947. Maar wel bleef de schoenmakerij zolang tot de langzaam afbrokkelt dat de jongens mochten zijn het beroep kiezen, dan verdween de schoenmakerij.
Foto nr 1" Br. Vranus kwam in 1986 op het oude instituut als het hoofd van de schoenmakerij in 40 jaar lang heeft hij de schoenmakers-leerlingen opgeleid en gewerkt. Hij verlaat in het voorjaar 1936 van het instituut naar de Broederhuis in Maastricht.
Foto. Nr 2. Br. Rupertus kwam in 1933 op het instituut als de schoenmaker tot hij met de pensioen ging en overleed hij op het instituut en rust op IVD kerkhof.
Foto nr 3. Br. Theocritus kwam in 1936 op het instituut als het hoofd van de schoenmakerij zolang tot in rond 1950 overplaatst hij naar de Broederhuis in Maastricht. Daarna de enige jaren weer terug op het instituut als de groepsleider van de jongens. Hij overleed op het instituut en rust op IVD kerkhof.
Foto nr 4. Br, Epolonius kwam in het eindjaar 1937 op het instituut dat hij een paar dagen geleden was geprofest.
Hij was zeer buitengewoon als de schoenmaker-leraar voor de jongens.
Hij was het laatste broeder in de schoenmakerij zolang tot het verdween. Hij verliet in 1987 van het instituut naar Waalwijk en Maastricht. Aldaar overleed hij en werd begraven op het Kerkhof aan de Anjoulaan Maastricht.
Foto nr 5. Met zonder gezicht dat ik geen foto van hem in mijn handen. Br. Hubrecht kwam in de oorlogtijd 1942 op het instituut als de schoenmaker-leraar, tot na de bevrijding van de Duitsers bezetting ging hij naar het verre land in Malawai
Foto nr 6. Met zonder gezicht dat ik ook geen foto van hem in mijn handen., Br.Gulielmo kwam in rond 1950 op het instituut die hij was de opvolger van Br. Theocritus. Eerder was hij van het instituut verlaten, trad hij de broederschap af
Rene' van der Veen.
Het gekleurde foto in 1898 de schoenmakerij dat daar werkten de 4 schoenmakers met het verschillende ,aterialen, leder, rubber, die verwerken met de reparatie aan voor de iedere schoenen, tassen, riemen, laarzen,
Nu in het geheel Nederland bestaat de schoenmakerij nog en vooral in elke de steden in de centrum zag de schoenmaker dat iemand de voorbij loopt en wordt geholpen met klaar gemaakte zolen en haken dat in het binnen paar uur alles klaar.
Ter Gedachtenis van de schoenmakers dat ze in overal in de wereld in het lange jaren hebben gewerkt van het eeuwen jaren de ouderwets naar de modern, evenals ook op het Instituut voor Doven St Michielsgestel hebben de dove schoemakers gewerkt.
Er komt het verhaal van het jaren zie de foto VOORBEELD VAN DE EERSTE SCHOEN.
Als 15000 jaren van Christus werden schoenen gedragen. Dit was voornamelijk om de voeten te beschermen tegen de koude. Deschoenen werden in deze tijd van hiiden gemaakt van dieren " Huid van een rund gebruikt als bovenleder " die werden gebruikt om zich te voeden. Men maakte door middel van een vet en vuurstenen de huiden glad waardoor ze soepel werden en gemakkelijk zijn om rond de voeten te wikkelen. Deze werden dan samen gehouden dan middel van een touw rond de lap leer te houden.
Zie de foto DE SIMPELE SANDALEN VAN PAPYRUS.
Tot c.a. 1500 voor Christus eas het heel normaal om op je blote voeten te lopen. Schoenen werden eerder een status symbool door de rijken. Deze hadden schoenen en sandalen van zachte leer versierd met goud en mooie fluwelen. In deze tijd had je zelfs al verschillende kleuren leer, zoals paars, groen of purper voor de kinderen had je ook rode en groene kleuren. Na een langere perioden begonnen ook de gewone werkmensen sandalen te dragen. Deze waren uiteraard niet zo mooi versierd als bij de rijke mensen, werklieden daar in tegen droegen echte schoenen die de voeten volledig bedekken.
Priesters droegen schoenen van papyrusvellen . Zij mochten geen leer dragen, omdat jet onrein was om dierenhuid te dragen.
In de klassieke oudheid droeg iedereen sandalen zowel rijk als arm. Bij de rojke mensen werden dikwijls de links en de rechts schoenen verschillend gemaakt. Vrouwendroegen toen hoger sandalen met een kurkzool om slanker en groter te lijken. Wat wij nu tegenwoordig als de wedge kennen.
1. Voorveeld van de eerste schoen.
2. De simpele sandalen van Papyrus.
3. De simpele sandalen.
4. De koemuiltjes.
Zie de foto de Koemuiltjes,
Vanaf in 17 de eeuw veranderde de schoen compleet. Dankzij de zonnekoning Lodewijk XIV schoenen werden bezet met gespen, rozetten, strikken en juwelen. Er waren schoenen van zijden of satijn die vaak prachtig geborduurd waren of beet waren met prachtig juwelen. Sommige schoen waren ze duur dat gewonnen mensen een volledige jaarloon zouden moeten betalen, om deze schoenen te kunnen kopen.
In de 17 de eeuw werden ook veel laarzen gedragen, het waren stoere exemplaren met een brede leren en kap en sporen gemaakt van stevigt leer, maar er heel verfijnd uit en waren gemaakt van zachte leer. Heren droegen er een soort kous in die met kant was afgezet.
Wanneer je een schoenmakers schoenlappers denkt, ga je onbeheerst ook aan klompmakers denken, beide beroepen hebben veel met elkaar gemeen.
Schoenmakers waren er al in de Roemeinse tijd . De Roemeinen lopen voornamelijk op sandalen gemaakt van dietenhuid. Huiden van dieten werden met vuursteen krabbers schoongemaakt en met oker ingewreven, zodat de huid soepel bleef van deze huidenwerden niet alleen schoen gemaakt, ook kleten. In die tijd kon je had kieen welke schoen je graag wilde, iedereeen bond met een riempje een lapje leer rond zijn voeten en dat was dan de nieuwe schoen. Deze schoenen gingen nielt lang mee, omdat het leer niet geheel gelooid was, dat kende men toen nog niet, later begonnen de Roemeinen met het maken van houten schoeisel een houten zool met een leren riem erom heen. De zool werd geleidelijk uitgebreid en zo ontstond de klomp . Door steeds beter bewerkings-technieken kon men in het begin van de middeleeuwen de klomp maken, zoals die er uitziet, vooral in grote steden van Eiropa gingen arbeiders en boeren de klompen lopen. Pas in de 9de eeuw kon er echt van schoenen worden gesproken. de Franse puntschoenen ook wel snavels hoenen genoemd, kwamen daarna in de mode. Graaf Falco van Anjou was er in 1089 de uitvinder van, in dit jaar 1150 werden de puntschoenen ook in Duitsland bekend en ging men daar deze schoenen maken. De duitsers maakten de punt van de schoen sel erg lang, soms wel 60 centimeter, om op straat niet op de tenen of punten te worden getrapt. Werden de krullen met gouden of zilveren kettingen opgehouden en aan de onderbeen vastgemaakt. Deze schoenen werden alleen door ijke mensen gedragen, omdat de puntschoenen de punt alsmaar langer werd en de sierraden kostbaarder, stelde de overheid later paalmen perk aan. In 1350 kwam er in Duitse steden de politie vorderenring. Geen burger zal punten schoenen dragen, wie men daarmee vindt zulken de punten afgesneden worden en zij krijgen een boete van vijf Grosschen. Rijke vrouwen droegen van brokaat of satijn .
Brokaat is een satijn weefsel waarin goud of zilver draad mee is geweven. In huis dragen vrouwen muiltjes van zijdebof fluwel.
Tot het volgende keer Ter Gedachtenis de schoenmakers in de schoenmakerij op het oud en nieuw Instituut voor Doven.
Rene' van der Veen.
Het gast over de gescheidenis van de schoenmakers, dat ik van de boek heb gelezen over hoe het onstaan van de schoenmakerij in eeuw geleden in de wereld en Nederland op het oud Instituut voor Doofstommen in Nieuw-Herlaer en werd overgegaan op het nieuwe Instituut voor Doven in St Michielsgestel.
Ik schrijf hier over van het begin de Gescheidenis van de Schoen. ( van de oudheid tot nu )
Voor Christus 8000 voor Christus In Missouri zij bewijzen gevonden aan het eerste bestaan van de schoen.
3300 voor Christus In de Franse Alphen sterft de Ijsmens uit en laat een paar primitieve schoenen achter gevuld met gras, later gevonden door archeologen.
3000 voor Christus Op de temelmuren schilderen de Eyptenaren de afbeeldingen van schoenen en schoenmakers.
Na Christus 100 na Christus Griekse slaven werden onderbescheiden van normale burgers doordat ze op blote voeten moeten lopen.
200 na Christus Aureluis de Roemeinse Keizer, zegt dat alleen hij en zijn opvolgers rode sandalen mogen dragen.
1400 na Christus Ridders meten zijn schoenen aan met lange tenen: crackows De tenen konden we 60 centimeter worden langer.
1500 na Christus In 1580 vindt Leonardo de Vinci de hoge hak uit. Niet veel later had hij de plateauschoenen uit. Die hoge schoenen, Chepines genoemd worden een rage in zuid Europa. Ze lopen daar op schoenen met zolen tot 75 centimeter hoog!
1600 na Christus De schoenverters onstaan. In het midden van deze eeuw star Lodewijk xiv een hele nieuw lijn op plateau schoenen.
1700 na Christus Aan het eind van deze eeuw verscheen de eerste schoenfabriek, waaronder werknemers zich kunnen concentreren op een specifieke taak in plaats van het maken van de hele schoen.
1800 na Christus Populair zijn de Griekse sandalen en de platte schoenen. In 1834 werden de eerste gymschoenen ontwikkeld ( door de komst van de naaimachine )
1900 - 1910 Mannen en Vrouwen droegen regelmatig schoenen die minstens een maal te klein waren, Sommige vrouwen lieten zelfs hun kleine teen weghalen om smallere voeten te krijgen.
1910 - 1920 De schoenen werden meer exotisch en kleurrijk. Na de eerste wereldoorlog wilden ze praktische schoenen, laarzen van kant kwamen weer in de mode, maar schoenen werden schaars. Converse Alf Stars begon met schoenen produceren,
1920 - 1930 Door de ontwikkeling van betaalbare syntetische stoffen kon iedereen mooie schoenen dragen. Er kwam een massa productie. Rond deze tijd kwamen pumps in de mode.
1930 - 1940 De eerste plateau schoenen kwamen in de jaren 30. De schoenen waren gemaakt van hout, kurk en andere materialen. Dat kwam doordat leer schaars was en rubber verboden was ( door de oorlog ) Sandalen waren erg populair rond deze tijd. Mannen droegen meer instapschoenen en minder laarzen. Vrouwen gingen meer schoenen met lage hakken. De schoen waren er in alle kleuren.
1940 - 1950 Ontwerpers waren erg creatief met materialen Vooral de reptielenhuid en netten waren heel succesvol.
1950 - 1960 In 1951 vind Charles Jourden een nieuwe stijl schoenen uit, de stiletto hak. Eerder waren de lompe schoenen in. In die tijd gingen ze de smalst mogelijk hak ontwerpen de pump was de basis schoen. Het modebeeld werden de sandalen, balletschoenen en andere casual schoenen.
1960 - 1970 de jeugd wilde geen laarzen, sandalen en schoenen. De ontwerper zetten het wel in de markt. De regenboogkleurige plateau was erg in de mode. Door het nummer nan Nancy Sinatra These.
Volgende keer verder over het verhaal van de eerste schoen.
Rene' van der Veen.