615. Ter herinnering aan Br. Celestinus

Met mijn dank aan Rene van der Veen

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Bart van den Hurk
10 jaar geleden

Ik heb sinds 1991 als vrijwilliger gewerkt voor het Oudheidkundig Museum, eerst bij de opbouw, later bij het beheer van het museum. Ik kende broeder Celestinus dus goed.
Ik schrijf ook regelmatig een stukje in het Bulletin voor de Vrienden van het Museum. In verband daarmee heb ik een vraag: is het u bekend dat br. Celestinus met zijn Verkennersgroep enige malen in Pommern aan de Moezel heeft gekampeerd? Er zijn voorwerpen in het museum die uit Pommern komen (dat staat op de doos waarin ze zitten). Het zou kunnen zijn dat Celestinus in Pommern deze archeologische vondsten heeft verzameld.
Ik ben blij met elk bericht hierover. Mogelijk kent u verkenners die er indertijd zelf bij waren en die erover kunnen vertellen.
Alvast bedankt,
Bart van den Hurk

Rene' van der Veen
11 jaar geleden

Vervolg:
10. Wer en Belofte De Padvinderswet.
1) Op de eer een padvinder kon men vertrouwen.
2) En padvinder is trouw,
3) Het is de plicht van een padvinder zich nuttig te maken
en anderen te helpen.
4) Een padvinder is een vriend voor alleen en een broeder
voor alle andere padvinders.
5) Een padvinder is riddelijk.
6) Een padvinder is een dierenvriend.
7) Een padvinder weet orders te gehoorzamen zonder
zonder tegenspreken.
8) Een padvinder flimlacht en fluit onder alle moeilijkheden
9) Een padvinder is spaarzaam.
10. Een padvinder is rein in gedachten in woord en daad.

Het verkenner-motto is Weest Paraat.
Het padvinderssaluut ( groet ) bestond uit drie omhoog gestoken vingers en de duim over de pink.
De drie vingers herinneren de verkenner aan de drie punten van de belofte en de duim over de pink betekent de sterkte beschermt de zwakke in uniform werd het saluut aan de rand van de hoed of baret gegeven.
In burger op schouderhoogte.
Het saluut werd o.a. gebruikt bij
1. Bij de installatie.
2. Bij vlaghijsen.
3. Alle groet.

11. Uniform. Het uniform van een verkenner bestond uit een bruine manchester korte broek, een kaki overhemd met epauletten en lange mouwen ( die naar binnen opgerold worden ) lange kousen met groene kwasten, groepdas en verkennershoed.

12. Een geinstalleerde verkenner droeg op de linker borstzak het installatie insigne op de rechterschouder het groepsnaambandje en aan de linkerschouder de patrouille linten. Tevens hoorde hij bij het uniform een Z.G.N. verkennerstok een essenhout stok van ongeveer 1,60 lang.
Eind jaren 80 werd levens een lange terlenka broek ingevoerd en in plaats van de hoed kon een baret worden gedragen. Ook de stok raakte in onbruik.

13. Vaardigheisinsigne en koorden Gids.
Nadat de verkenner voldaan had aan de eisen voor verkenner 2e klasse kon hij vaardigheidsinsigne gaan behalen. Vaardigheidsinsignes worden op de rechter boven arm gedragen. Alleen het insigne ambulance werd op beide armen gedragen.

14. Kroonverkenner.
Wanneer een verkenner 1e klasse vier insignes had behaald uit 15 vastgestelde insignes waarvan voor landverkenners in iedere geval ambulance of gids en voor zeeverkenners, kustwachter of loods mocht hij het kroon. Verkenners insigne dragen. Dit insigne werd op de vaardigheidsinsignes er omheen.
Verkenners 1e klasse die tenminste 6 vaardigheidsinsigne hadden behaald mochten op groen/gele koorden dragen. Kroonverkenners die tenminste 12 vaardigheidsinsignes hadden behaald mochten op rood/witte koorden dragen.
Bij 13 insignes mochten ze deze een ruilen voor de gouden koorden.

15 Roeien A. 16. Zeilen B.
Zeeverkenners speelden naast het normale verkennerspel. het spel hoofdzakelijk op het water. Een zeeverkennersonderdeel heette een wacht en een subgroep een bak met een bootsman en zijn assistent en kwartiermeester. Ook kende men een opperbootsman, Evenals bij de verkenners droegen de kwartiermeester, de bootsman en de opperbootsman respectievelijk een, twee en drie verticale witte bandjes.
Zeeverkenners droegen een donkerblauwe manchester korte broek, donkerblauwe kousen en een donkerblauwe trui, Als hoofddeksel hadden zij een matrozenmuts met lint met daarop het woord " Zeeverkenner "
De klasse insignes hadden evenals de vaardigheidsinsigene een donkerblauwe ondergoed
" zeeverkenner " 1e klasse die het insigne trapper, zeiler en een van de insignes natuurkenner, schiemnanner, sterrenkundige, weerkenner of zeilmaker hebben behaald, mochten het blauwe zeevaardersnoer dragen MBL's werden boven de rechter borstzak gedragen.

Leiding.
17. Hopman en 18 Vaandrig.
De leiding van een verkennerstroep bestond uit een Hopman en een meerdere vaandrige
Een Hopman was te herkennen aan een groene hoedpluim en 6 groene linten aan de linker schouder. De Vaandrig droeg een rood hoedpluim en rode schouderlinten.

19. Luchtverkenners
Het spel van de luchtverkenners speelden zich naast het normale verkennersspel vooral af op het gebied luchtvaart. Zoals b.v. bouwen van een vliegen met vliegtuigen- moddelen , vliegtuigspotten en het bezoeken van vliegvelden. Een eskader en bestond uit 4 subgroepen ( benaming ) met een 1e piloot een de 2e piloot als assistent. Er bestond ook de mogelijkheid om aan een eskader een Chef Piloot toe te voegn.

20.
Leiding.
De zeeverkennerswacht stond onder leiding van een schipper en stuurlieden. Leiding van zeeverkenners had op hun pet an petembleem met een groene of een rode lelie. Evenals bij de landenverkenners droegen zij de groene of rode schouderlinten.

21. Woudlopers-koord.
Woudloperskoorden mochten gedragen worden door verkenners 1e klasse die het insigne kampeerder en natuurkunde, speurder of bospoeder en bovendien een van de volgende insignes, sterrenkundige, weerkenner of houthakker behaald hadden. De koorden werden om de rechterschouder gedragen.

22.Luchtverkenners insigne.
Nadat een luchtverkenners tenminste een maand verkenner 3e klasse is en hij aan bepaalde eisen had voldaan mocht hij het luchtverkenners insigne fragen.
De insigne werd boven de linker borstzak gedragen. Hierna konden zij nog de insigbes vlieger de en 1e klasse behaalden/Dit zijn 1 of 2 blauwe bandjes van 3 x 1 cm die horizontaal boven van 2e en 1e klasse insigne worden gedragen.

23. Brevet Mottomodellen.
Luchtverkenners vlieger 2e klasse konden naast de vaardigheidsinsignes nog insignes voor de internationaal erkende brevetten modelbouw motor en zweefmolen ( beiden A.B.en C. ) hehalen.Deze insignes hadden evenals de vaardigheidsinsigens een livhtblauw ondergoed en worden op de linkermouw gedragen. Bovendien konden zij het internationaal erkende brevet zweefvliegtuigen behslen. Het daarbij behorende insigne werd op de klep van de rechter borstzak gedragen.

24. en 25. Leiding.
Een luchtverkenners eskader stond onder leiding van een skipper leiding droeg bij normale opkomsten hetzelfde uiiform als de luchtverkenners.
Voor 1941 droeg de leiding op hun baret een ovaal geborduurd insigne in de kleuren groen of rood en groene en rode schouderlinten. Na 1945 werd evenals bij de landverlenners op de baret een groene of rode pluim gedragen. Bij het buitenmodel uniform werd een zeilpet met zwarte klep gedragen met voorop het petinsigne zoals bij de zeeverkenners maar dan met een zogenaamd landingsgestel er onder.

26. Na de Fusie.
Nadat in 1973 de vier voormalige vereniging samen gingen in Scouting Nederland werd het spel van verkennen aangepast. Omdat er voor meisjes en jongens van 15 tot 17 jaar. Een aparte speltak. Rowans/Sherpa's kwam, ging de leeftijd van verkenners naar 10 tot 15 jaar. Rowans kende men al bij de K.V. En bij N.G. had men de Sherpa's.
Bij het N.P.V. experimenteerde met men Senior verkenner.
In 1977 kwam er een nieuwe spelaanbod inplaats van het verkennen voor jongens kwam er in 1979 een nieuwe handboek " Spelspoor " uitgevoerd als ringband. Voor leiding kwam er een begelindingsman.
Het " spelspoor " is verdeeld in een algemeen gedeelteen 5 interessengebieden. In het algemene gedeelte wordt kennis gemaakt met het spel van verkennen en scouting in het algemeen. In de interessegebieden zijn progamma ideeen en souting technieken verwerkt.

27. Het Spel.
Het " spelspoor " is de nieuwe leidraad voor het spel van verkennen. in de interessegebieden zijn o.a. verwerkt.
Ondekken. Heemkunde, je omgeving ondekken. kaarten en kompas.
Buitenleven De natuur om je heen ondekken, kamperen
Expressie Handenarbeid, toneelspelen , muziek,
Dienstvaardigheid Anderen helpen E.H.B.O.
Sport en spel Samen spelen, sportem, seinen.

De bedoeling is dat regelmatig verschillende interessegebieden in de programma's terugkeren. Speciale activiteiten kunnen op de activiteitenkaart ingevuld worden.
Het spel kan gespeeld worden met de gehele groep of per patrouille.
Patrouille kunnen zelf een programma samenstellen en voorleggen aan de leiing.
Een patrouille bestaat uit 6 verkenners die uit hun midden een patrouilleleidr en eventueel een secretaris en een pennigmeester kiezen.
De patrouilleleider kan een vaste P.L. zijn of een P.L. per activiteit te kiezen zoals o.a. bij pionieren een jongen die daar heel goed in is.

Wet en belofte.
De wet en belofte werden vereenvoudigd ( de tien punten van de oude wet waren er wel in verwerkt )

De Verkennerswet.
Een verkenner trekt er, samen met anderen, op uit om de wereld om zich heen te ontdekken en deze meer leefbaar te maken.
Hij is eerlijk, trouw en houdt vol
Hij is spaarzaam en sober en zorgt goed voor de natuur,
Hij respecteert zichzelf en anderen.

De Belofte.
Ik beloof mijn best te doen ( met behulp van God ) een goede verkenner te zijn, iedereen te helpen waar ik kan en me te houden aan de verkennerswet. Jullie kunnen op me rekenen.

28. en 29. Uniform.
Ook het uniform onderging een verandering. Een verkenner droeg een donkerblauwe corduroy broek ( die in de loop van tijd over ging naar een donkerblauwe broek ) een beige blouse de groepdas en een zwarte baret of de verkennershoed met daarop een metalen Scouting Nederland Embleem.
Patrouillelinten verdween van het uniform, hier kwamen subgroepemblemen voor in de plaat. Deze werden op de linker bovenmouw gedragen.

30 en 31 Insigenes.
Er kwamen een nieuwe installatieinsigne waarin het logo van de meisjes ( het klaverblad ) en het logo van de jongens ( de lelie ) verwerkt is Het touw met de platte knoop symboliseert de verbondenheid van Scouts over de gehele wereld en de twee 5 puntige sterren in de lelie herinneren aan de tien punten van de wet,
Tevens kregen de verkenners evenals de andere speltaken een nieuwe speltakteken.

32, Handenarbeid.
Klasse insignes en koorden verdween. Men vond dat men prestatiedrift niet moest promoten. Ook worden de vaardigheidsinsignes afgeschaft. Later kwamen er voor zowel de padvinders/Gidsen als de verkenners toch weer 41 stillisch uitgevoerde vaardigheidainsignes.

Leiding.
Rangen en insignes voor leiding werden afgeschaft.
Dat past niet meer in die tijd, rang en klasse verschillen diensten te verdwijnen.
Er was een leiding team met een verantwoordelijk leider.
Leiding kon zelf bepalen hoe zij aangesproken wilde worden.

Omdat in veel groepen meisjes en jongens al in een speltak samen speelden werden de speltakken.
Padvinders/Gidsen en verkenners in 1991 samengevoegd en werden het SCOUTS.

Rene' van der Veen.

Rene' van der Veen.
11 jaar geleden

Over de verkenners dat Br Celestinus met de dove Verkenners op het instituut heeft opgeleid.
De foto Br Celestinus in de klas gaf de biologieles aan de jongens van het genoemde ome piet daar het verschillende losse organen.
Foto St Jacobus de Meerdere dat hij nog altijd met de stok mee waar de andere de schelp voor het bedevaart wordt geplaatst in Spanje en ook in Chill Santigio. Zoals de verkenners houden ook altijd het bezig met de stok.
Foto St Jacobusstaf dat Br. Celestinus kreeg van het beloning in zijn hand dat hij als de Hopman van het IVD verkenners in het jaren heeft opgeleid.
Foto Br Celestinus de Hopman kreeg het hoge bezoek op het instituut waar daar het gracht van het vlakbij het voetbalveld op de brug naar de verkenners wat zehet deden.
Foto de mooie boek ? Houthakker " door Br Celestinus heeft geschreven ( De verkenners van de Katholiek Jeugdbeweging )
Foto Br Celestinus de Hopman kreeg het onderscheiding van de andere padvinder aan de rechts borst heeft opgespeld.
Foto de Padvinderhoed dat hij draagt altijd zeer trouw en nog andere embleem van de padvinder aan onder voor de padvinderhoed.
Foto het verschillende postzegels dat in Nederland heeft zeer hoogste bijdrage van het verkocht onder de tijdens de padviinderjamboree in Vogelzang 1937
Foto's van de verkennersgroepen de bovenste van hutten de elke plaatjes het genoemde duiven - eekhoorn - spechten - vossen.
Foto's saluutgroet - patrouillelintjes - emblemen - rangen.
foto het verkenner uniform . Elk land heeft zijn eigen scouting uniformen. Het uniform van de verkenners stamt uit 1909 en is al vaak veranderd. Het nieuwe uniform van Scouting Nederland is een moderne verste van de eerste uniformen. Daarom hebben uniformen en delen daarvan ( insignes badges en kleuren ) elk een plek en betekenis.

De Verkennersblouse isweer donker-khaki van kleur de traditonele kleur van de verkenners zoals die bij de oprichting gedragen werd. De kleur geeft aan van welke leeftijdgroep ( 11 - 15 jaar ) je bent. Toebehoort van het uniform. Dasring, Nederlandse vlag, Internationale Award, 3rd St Albansbadge, Groepsnaambandje, Vaardigheidinsignes, speltakteken, Groepdas, Deelnemersbadge, Themabadge, Patrouillelintjes, Groeps Jubileumbadge, Regio badge, Installatieteken, Api Streep.

33. Het spel van Verkennen.

1. De oorsprong:
In 1898 schreef Robert Stephensen Smith Baden Powell ( Luitenaat Kolonel bij het Britse leger in Zuid-Afrika, het boekje " Aids in Scouting " Dir boekje was bedoeld voor verkenners in het begin en bevatte veel technieken op gebied van o.a, spoorvolgen, orienteren, besluipen en overleven in de wildernis. Dit boekje kwam in handen van de jeugd die vervolgens de beschreven technieken in hun spel ging gebruiken.
Toen Baden Powell teruggekeerd was uit Zuid-Afrika werd hem gevraagd of hij dit verder wilde uitwerken, met de bedoeling om het te betrekken bij de opvoeding van de jeugd. Nadat hij dit gedaan had heeft hij zijn ideeen aangeboden aan verschillende organistaties o.a. " The Boys Brigade " die er vervolgens niets mee deden.
Baden Powell is er toen verder mee aan de slag gegaan en heeft van 1 t/m 9 Augustus 1907 met 21 jongens uit verschillende milieus een proefkamp gehouden op " Brownesa Island " Tijdens dit kamp kwam bij tot de ondekking dat het spel zo als hij in gedachten had niet gespeeld kon worden in de kleding die de jongens uit de hogere milieus droegen. Er moest dus een speelpak komen waarmee je kon ravotten en door de bossen kon struinen, kortom een pak wat tegen een stootje kon en waarin iedereen gelijk was ( uniform )

2. Naar aanleiding van het proefkamp op Brownesa Island heeft Baden Powell " Scouting for Boys " geschreven, dat aanvankelijk in losse afleveringen en in 1908 als boekwerk werd uitgegeven.
Het succes van dit kamp was uiteindelijk het begin van Scouting over de gehele wereld.

3. Het Spel;
Het spel van verkennen is gebaseerd op " Scouting for Boys " en oorspronkelijk bedoeld voor jongens van 12 t/m 17 jaar. Het boek is onderverdeeld in hoofd stukken waarin aan de hand van kampvuurverhalen verschillende technieken, Zoals Buitenleven, Kamperen, Natuurkennis en speuren behandeld worden.
Dit boek werd door Guus Voogt vertaald en aangepast aan de Nederlandse omstandigheden onder de titel " Baden Powell's "
Padvindersboek ( " padvinders was de Nederlandse benaming voor Scouts " )

4. In 1924 werd door de N.P.V. peciaal voor verkenners de eerste uitgave van " Het verkennen voor jongens " uitgegeven. Dit boek wordt uiteindelijk de leidraad voor de verkennersspel in Nederland.

5. 32 jongens van 12 t/m 17 jaar vormden samen een verkennerstroep, die weer onderverdeeld was in patrouilles van 6 tot 8 verkenners. Elke patrouille had een door de leiding gekozen. Patrouilleleider en een door de P.L. gekozen assistent. Deze waren herkenbaar aan respectievelijk twee of een verticale witte streep op de linker borstzak. De P.L. droeg bovendien waarop de hoed een lelie met lint Weest Paraat.

6. De patrouilles hadden de naam van een dier ( b.v. eekhoorn en vossen ) of vogel ( b.v. Duiven en spechten )
Elk dier en vogel had zijn eigen kleur(en) schouderlinten, die aan de linker schouder werden gedragen. Bovendien droeg de P.L. aan de stok, die iedere verkenner had, een vlag met de afbeelding van het patrouilledier ( vogel )
In sommige troepen was er nog een senior patrouilleleider of troepleider. Dit was meestal een oudere verkenner, vooral bij een jonge troep.
De S.P.L. of T.L. droeg 3 verticale witte strepen op de linker borstzak. De activiteiten vonden plaats per troep of per patrouille.

7. en 8. Springbokken. Wanneer de nieuwling voldaan had aan de eisen voor verkenner 3e klasse ( meestal na 3 ongeveer maanden ) kon hij na het afleggen van de belofte geinstalleerd worden tot verkenner. Hierna kon hij gaan werken aan de 2e en 1e klaasen eisen.
Na deze eisen succesvol afgelegd te hebben mocht hij de daarbij behorend insignes dragen.
Deze werden op de linkerboven arm gedragen.

9. In de jaren 50 van de vorige eeuw werden de installatie en klasse eisen aangepast en kwamen er aparte installatie eisen en een speciaal 3e klasse.

Vervolgd Rene' van der Veen.

Rene' van der Veen.
11 jaar geleden

Ter Gedachtenis van Br. Celestinus.
Zoals ik en de dove leerlingen van het buiten en binnen van het instituut en bijzonder vooral de dove verkenners kunnen nooit vergeten dat Br. Celestinus zo heel veel met de jongens op het instituut de periode van 1943 - 1987 in 44 jaren heeft meegeleefd en onderwezen..
Daarvoor blijven ze hem voor altijd dankbaar.
Gelukkig dat ik nu nog goed herinnering toen ik nog geen vijftien jaar oud was, dat in het jaar 1943 van de zomer-vacantie Augustus was het donderslag op het instituut dat het beste Broeder-leraar Br. Jezefo van het instituut ging verlaten naar de Kweekschool der Broeders Onbevlekte Ontvangenis in Maastricht daar voor de jongens in de klas opleiden en onderwezen,
Inplaats van hem kwam de lange en mager Br. Celestinus op het instituut. En volgende dag kwam hij de jongens zeer hartelijk begroeten met zeer vriendelijk en sprak hij zeer rustig en duidelijk met de dove jongens dat ze hem heel gemakkelijk goed verstaanbaar van hem de duidelijk lippen lezen. Nou dat was een zeer nuttige Br. Celestinus dat de vele dove jongens volgden hem altijd graag.
Toen hij in het ochtend om kwart voor negen in de klas zat aan de tafel en kwamen de jongens binnen, groet hij zo erg vriendelijk tegen iedereen, daarna hij onderwees over het geloof wat de katechismus over gaat, gaf hij de les aan de jongens. Toen de bel rinkelt dat was het tijd voor de speelkwartieren gingen de jongens naar de speelplaats, die ze maakten het gebaren over Br. Celestinus zo heel aardig broeder en sprak hij goed en rustig dat de jongens waren zeer blij met hem in de klas hebben gezeten.
Ik zat in het hoogste klas bij Br Judocus dat ik ben wel beetje jaloers, maar ik ben al de schoolbank vast opgelijmd dat kan niet het veranderen.
Opmerkelijk dat Br Celestinus in 6 jaren misschien wel of niet heeft het geweten dat de enige Broeders op het instituut heeft hij helemaal niet mee eens wat de Broeders tegen de jongens hebben gedaan. Hij was wel zeker het goede voorbereid van hem de organiseren voor ..............
Ofwel wacht hij nog poosje jaren dan zal het wel beginnen voor de jongens.
Niemand weten het hoe het was verloopt. Wel het vreemde geval dat in 1945 Br. Severinus, Br Gerinus en Br Cheophas overste verlieten van het instituut en het volgende buurt in 1946 Br Aretas en Br Josaphat en volgende in 1949 Br Alcuino.
Door hun van het vertrek wed op het instituut wel goed gezuiverd en behalve maar een over dat Br. Lotharius nog op het instituut toch misschien niet zo erg van hem maar van mij wel erg hoor.
Goed Oke!!! Dat was het begonnen voor het jaar 1949 in de stilletjes het bijeenkomst van Br. Celestinus, Br Archangelo, Mhr v Lierop en Br Theobertus en Br Liberatus ( gedeeltelijke ) werden elkaar besprekingen die duurt wel enkele maanden. Ook misschien wel een paar jongensook er bij in de kamer met het gesloten deur in het gesprek hebben gehad ( Frans van Rijn en Piet Jacoks de eerste IVD Verkenners ) maar dat weet ik ook niet zeker dat denk ik van mij zelf. Later toen ik op het instituut kreeg het gehoor verteld van Br. Archangelo dat op het instituut voor het eerste dove verkenners zijn opgericht in 1949. Maar wist ik niet dat Br. Archangelo als de vaandrig van de verkenner was gekozen.
Ik kwam in de klas van Br. Celestinus om hem te feliciteren van het mooiste organiseren voor de dove verkenners daarvoor was ik ernome blij mee voor het nieuwe leven voor de jongens op het instituut.
Toch had ik wel nieuwsgerieg om iets graag te weten dat wie de Hopman, Vaandrig, Groepleider, Aalmoezenier vroeg ik aan Br Celestinus en het antwoordt van hem.
1e Aalmoezenier Mhr A v Lierop de priester-leraar. 2e Hopman Br. Celestinus, 3e Vaandrig Br. Archangelo. 4e Groepleider .................. voorlopig niet bekend.
Verder moeten nog eerste de geinstalleerd van alle padvinders en verkenners op het instituut, daarna het eed afleggen met het belofte woorden.
Br Celestinus kende het rust niet en maakte hij wat alles klaar waar de plaats voor de verkenners het beschikbaar dat heeft het gevonden waar de bovenzolder van de kleermakerij. zo zeer ijverig Broeder dat ik van hem nooit heb gezien. Hij was zeer keurig en netjes BRoeder, dat de bovenzolder de lange tafel waar het uniformen van de verkenners, vooral de padvinderhoed zo erg goed regelmatig heeft verzorgd. Het begint de dag van het eerste doven verkenners op het instituut was zeer groot trots van Br. Celestinus. Hij gaf ook de les aan de verkenners. Ik weet het niet precies hoeveel zijn de dove verkenners geinstalleerd die werd het verdeeld met de groepen van 6 a 8 verkenners of nog iets minder. De groepen van de verkenners zijn Duiven, Eekhoorn, Spechten en Vossen.
Mijn ogen heb gezien van de bovenzolder van de kleermakerij daar stonden al 4 hutten door de verkenners hebben opgebouwd/. Anderkant de grote witte muur met het prachtige het afbeelding St Joris met het witte paard door Br. Arno heeft geschilderd. Eerlijk gezegd dat mijn grote spijt dat ik daar niet foto heb gemaakt en nu was het geheel afgesloopt. Zo heel verschrikkelijk jammer !!!!!
In het weekend als het mooi weer of regent allebeiden toch het gewoon gingen de verkenners met Hopman en Vaandrig samen naar het buiten van het instituut waar daar in de bos en grote speelweide dat ze slaan de tenten klaar voor een of paar overnachten. En ook dat de spelletjes van de verkenners en ook wat de hutten, bruggen enz laten bouwen. Op de avond het bijeenkomst het kampvuur met elkaar gezellig drinken, hapjes en eten.
In de vrijheid als het mooi weer kunnen ze lekker zwemmen. Na het weekend keerden de verkenners terug op het instituut en waar Br Celestinus Hopman blijft ?
Zo het gewoonelijk ging hij naar de bovenzolder de zaal van de verkenners dat hij alles goed kunt regelen naar op de rand van de padvinderhoed op de tafel goed plat uitstrijken, toen ik bij hem kwam binnen, dat vond ik van hem zo erg goed en keurige Hopman.
Ik weet het niet precies of de alle jongens van het hoogste klas het leeftijd de maximaat tot 18 jaar tot 15 a 14 jaar helemaal hebben gekozen voor de verkenners of wat het gedeeltelijk jongens zijn niet gekozen. Door Br Theobertus, Br Celestinus of Mhr v Lierop ????
Het jaren bleef het goed en gaf ik de tijdelijk als de weldoender voor de verkenners , toen ik in 1958 voor het laatste op het instituut hoorde ik niet veel van hoe het ging met iVD verkenners. Maar in rond 1970 voordat Br. Archangelo van het instituut verliet naar de Broederhuis in Rotterdam vertelde mij dat hier op het instituut de verkenners in het problemen doordat de grote veranderingen op het instituut in het dovenonderwijs die werden langzaam door de burgers overgenomen van de onderwijzersbroeders toen de verkenners in het weekend om 14 dagen naar huis mochten gingen. En dan de IVD verkenners werden opgeheven, welke jaar weet ik niet precies.
Br. Celestinus was zeer diep teleurgesteld dat was het mooiste jaren zijn voorbij gegaan, maar Hij dat heeft de boeken geschreven over de verkenners. En bewaart hij wat de enige spullen van de verkenners nog en nu waar dan ligt nog ???? Ik vond ook erg jammer voor hem.
Toch doet hij weer het nieuwe leven op de weg naar de dorp Halder met zijn medebroeder Arno per fiets daar graven ze het oudheid van Romeinen dat hebben ze gevonden in 1962 en bleef het jaren door Al 40 jaar Lang!!!!
De Broeders zoals Br Celestinus hadden wel gemerkt wat er de hand op het instituut, toen de retratie van de mannelijk oud-leerlingen in 1977 werd voor het laatste keer gehouden die de overgegaan naar het klooster van Zusters de dochter van Maria en Jozef in Nuland de bezinnendag werd gehouden in twee dagen.
Het gevonden de spullen van het oudheidkundig werd overgebracht naar op het instituut voor doven op de zolder bewaard, daarna de alle Broeders op het instituut kregen het gehoor dat ze in 1987 van het instituut moesten verlaten. En hetzelfde jaar overleed van zijn de goede medewerker Arno. En Br Celestinus kreeg voor de derde keer in de klap van eerste de opheffing van de verkenners, tweede dat hij naar Nijmegen ging verhuisd in 1988, Derde de spullen van de oudheidkundig van de zolder werd afgehaald. Toen het achtergebouw van het instituut werd gesloopt.. Zo had Br Celestinus wat erg veel meegemaakt, toch bleef hij zeer trouw in het weekend naar het instituut tot de plaats vrij voor de museum van het oudheidkundig in de kapel bij de jongensafdeling werd gevestigd. Dat hij de deur van de kapel open staat dat daar begon de nieuwe museum van het oudheidkundig voor de iedereen kwamen bezichtigen in 1993,
Over 22 jaar op 19 April 2014 van het Dagblad Brabant dat het bekendmaking van de Heer Piet Borneman dat de museum van het oudheidkundig in voormalig jongenskapel
( van het instituut voor doven ) moeten voor 1 Januari 2015 vertrekken, doordat de huurcontract per 31 December 2014 opzegt door het bestuur van Kentalis.
En dan komt de nieuwe museum over het dovenonderwijs en ook de materialen van het vroeger op het instituut hadden bewaard.
Br. Celestinus verlaat van het instituut in 1988 naar Nijmegen en van hem het gezondheid werd overgeplaatst naar de Broederhuis " Beyaert " Maastricht, aldaar overleed hij op 12 Mei 2003 van zijn het leeftijd 84 jaar.
Zijn de zielzaliger in de hemel ziet hoe het van zijn het geliefde werk als de archeologie in 1962 - 2002 in 40 jaren heeft gewerkt en ook naar de museum van het oudheidkundig in de jongenskapel van het instituut voor doven bestaat nog. maar het volgende jaar 2015 niet meer, waar naar toe ???? Zo erg verdrietig de zielzaliger Br. Celestinus. Op 12 Mei a.s de sterfdag van Br Celestinus bidt voor zijn de zielzorger !!!!! en ook van zijn medebroeder Arno zijn de zielzalger !!!!!
Volgende over de verkenners.
Rene' van der Veen.